Wanneer gebruik je een puntkomma?

Door: Judith de Vries, geplaatst op: 05-11-2022

In de Nederlandse taal wordt het puntkomma (;) gebruikt om twee onafhankelijke zinnen van elkaar te scheiden die een verband hebben. Dit verband kan bijvoorbeeld een oorzaak-gevolgrelatie zijn of een opsomming van verschillende onderdelen.

Bijvoorbeeld: "Ik ga naar de supermarkt; ik moet nog wat boodschappen halen."

In deze zin geeft de eerste zin aan waar de persoon heen gaat en de tweede zin geeft aan waarom hij/zij naar de supermarkt gaat.

Het is belangrijk om op te merken dat het puntkomma niet mag worden gebruikt om twee afhankelijke zinnen van elkaar te scheiden. In plaats daarvan moet een komma of een punt worden gebruikt. Bijvoorbeeld:

"Ik ga naar de supermarkt omdat ik nog wat boodschappen moet halen." (afhankelijke zin)

In plaats van: "Ik ga naar de supermarkt; ik moet nog wat boodschappen halen." (onafhankelijke zin)

Het is ook belangrijk om op te merken dat het puntkomma niet mag worden gebruikt in plaats van een komma in een lijst. Bijvoorbeeld:

"Ik hou van lezen, schrijven en reizen" (correcte zin)

In plaats van: "Ik hou van lezen; schrijven; en reizen" (incorrecte zin)

In samenvatting, Het puntkomma (;) wordt gebruikt om twee onafhankelijke zinnen van elkaar te scheiden die een verband hebben. Het mag niet worden gebruikt om twee afhankelijke zinnen van elkaar te scheiden of in plaats van een komma in een lijst.