CodeBucks logo
Zinsverbanden.nl
grammatica

Meegelopen of Mee Gelopen: Correct Gebruik in de Nederlandse Taal

Meegelopen of Mee Gelopen: Correct Gebruik in de Nederlandse Taal
2 minuten
#grammatica

Het correct gebruik van samengestelde werkwoorden zoals "meegelopen" en de los geschreven vorm "mee gelopen" kan verwarrend zijn. In deze blogpost leggen we uit wanneer je welke vorm moet gebruiken en geven we voorbeelden om je te helpen het verschil te begrijpen.

Meegelopen

"Meegelopen" is de correcte vorm als we het hebben over de voltooid tegenwoordige tijd (perfectum) van het werkwoord "meelopen". Hier wordt het als één woord geschreven.

Voorbeelden van 'Meegelopen':

  1. Ik heb met de marathon meegelopen.
  2. Hij heeft altijd met zijn oudere broer meegelopen.
  3. Zij heeft gisteren met de groep meegelopen.
  4. We hebben vaak samen naar school meegelopen.
  5. Heb jij ooit met een protestmars meegelopen?

Mee Gelopen

"Mee gelopen" wordt gebruikt wanneer "mee" en "gelopen" niet als één samengesteld werkwoord worden gebruikt, bijvoorbeeld in de infinitief of in andere combinaties waar ze los van elkaar voorkomen.

Voorbeelden van 'Mee Gelopen':

  1. Wil je morgen met ons mee gelopen?
  2. Ik wil graag met jullie mee gelopen, maar ik heb een afspraak.
  3. Hij kan altijd met ons mee gelopen als hij wil.
  4. Kun je alsjeblieft met de kinderen mee gelopen naar het park?
  5. Zij willen misschien met ons mee gelopen volgende week.

Het verschil tussen "meegelopen" en "mee gelopen" zit in de samenstelling van het werkwoord en de context waarin het wordt gebruikt. "Meegelopen" gebruik je in de voltooid tegenwoordige tijd, terwijl "mee gelopen" correct is in andere contexten waar de woorden gescheiden blijven. Door deze regels en voorbeelden te volgen, kun je deze vormen correct gebruiken in je dagelijkse taalgebruik.